Green thoughts, green fingers (Michael Pollan)

donderdag 14 april 2016

Olijf

Vorig jaar tijdens de vakantie in Zuid-Frankrijk heb ik twee olijfjes (uit de boomgaard, niet uit het restaurant) meegenomen met het idee om deze te gaan zaaien. Nu het lente is en wat warmer wordt, is de tijd rijp. Omdat het me leek dat dit iets moeilijker leek dan simpel een eikeltje in een potje grond stoppen, ben ik op zoek gegaan naar meer informatie.

De informatie op internet is wat schaars, zeker voor het kweken van olijven in Nederland. Dat wat ik gevonden heb, zegt dat ik de olijvenpitten in de herfst had moeten zaaien. Sommige websites zeggen ook nog dat de pitten "geschuurd" moeten worden. Dit klinkt heel raar voor mij. In de natuur vallen de pitje toch gewoon op de grond? Uiteraard ben ik ook te ongeduldig om te wachten op de herfst (en ze begonnen al een beetje te schimmelen omdat ik het vruchtvlees niet had verwijderd) dus ik heb ze nu toch maar gezaaid.
In een mooi potje en lekker warm omdat ik er een minibroeikasje van heb gemaakt. Ik ben niet erg hoopgevend dat het me gaan lukken uit zaad en als het al lukt zal het met een beetje pech heel lang gaan duren.

De beste manier om een olijf te vermeerderen is blijkbaar stekken. In de stad staan gelukkig diverse olijvenbomen dus ben ik op jacht geweest naar een stekje. In het donker ben ik naar een boom geslopen en heb stiekem een stekje afgeknipt. Het stekje laat ik eerst wortel schieten in een flesje (tip die ik had gevonden om makkelijk bomen te vermeerderen). Zodra er worteltjes komen mag ie in een potje.

Ben benieuwd wat werkt en hoe lang het duurt. Ik houd jullie op de hoogte!

PS Ik heb nu ook een facebookpagina waar ik vaker en kleinere berichtjes plaats over het reilen en zeilen op het balkon.

vrijdag 1 april 2016

Appel

Sinds ik het boek Botany of desire (Michael Pollan) heb gelezen ben ik geintrigeerd door de appelboom. Oorspronkelijk komt de appelboom uit Azie. Vanuit daar is ie door de mens over de hele wereld verspreid. Appels hebben van oorsprong genetisch een ernome diversiteit. Elk zaadje dat wordt gepland, lijkt totaal niet op de moederboom (de appel valt dus juist wel ver van de boom). De ene boom kan beter tegen de kou, de ander juist beter tegen de hitte. Ook heeft elke boom een vrucht die anders smaakt. De meeste zijn niet te pruimen (maar er werd dan veel cider van gestookt), maar heel af en toe zat er een emorm lekkere, grote, rode appel tussen. Deze bomen werden ge-ent en in grote getalen gekweekt. Nakomelingen van deze bomen produceren nog steeds de appels die je nu in de supermarkt vindt.

Een keerzijde van het enten van enkele appelrassen (slechts vijf of zes voor de commerciele markt) is dat de genetische diversiteit van de appel aan het afnemen is. Het groeien vanuit zaad (zogenaamde wilde appels) zorgt ervoor dat de variatie groot blijft. Daarmee zijn er ook genoeg genen beschikbaar om toekomstige schimmels, insekten of ziekten af te weren. Een gen dat weg is, kan niet meer gereproduceerd worden. Om de soort te behouden is het dus van groot belang om meer wilde appels te kweken. Alleen commerciele bedrijven doen dit niet, die gebruiken liever meer bestrijdingsmiddelen.
To plant trees is to give body and life to one's dreams of a better world (Russell Page)
Na het lezen van het boek ben ik natuurlijk gelijk begonnen. Mijn eerste appelboompjes groeien hard en ik ben heel benieuwd welke appeltjes eraan komen (mocht je een boompje willen, maar geen zin om hem zelf te kweken: ik kan er eentje voor je reserveren). En wie weet win ik de loterij en kweek ik de nieuwe gala! Zo niet, help ik in ieder geval de appel te behouden.

Kijk mijn appelboom groeien!

Deze week op het groentebalkon
De radijsjes die ik buiten in een bak had geplant komen al mooi uit! De bietjes buiten zie ik helaas nog niet. Binnen ben ik al één en ander aan het voorkweken: de sla, andijvie, tuinkers, tijm, bietjes en radijsjes komen al uit. De courgette is de meest enthousiaste binnengroeier: nu al een eigen pot nodig!
Courgette

Radijsjes